Grappig, enthousiast, energiek, in voor een lolletje, toegankelijk, warm, hartelijk, open, uitermate slordig en inmiddels aardig op leeftijd!
Over wie heb ik het? Daam Scharloo!
Deze allemansvriend is geweldig om om je heen te hebben.
Volgende maand wordt hij alweer 80 jaar en dit is een mooi moment om hem even in de spotlight te zetten.
Naam: Daam Scharloo
Leeftijd: (nog heel even) 79
Beroep: Daam is 23 jaar lang met liefde eigenaar van restaurant ‘t Baarsje in Waddinxveen geweest (momenteel De Landerij) en tegenwoordig sabreur aan huis en ere-lid Euro Toques!
Hoi Daam! Wat leuk om hier te zijn! We hebben elkaar voor het eerst ontmoet tijdens de perslunch bij Johan van Groeninge. Inmiddels zie ik je vaker op belangrijke momenten voorbij komen, want je bent voor velen een graag geziene gast. Kun je me vertellen hoe dat zo is ontstaan?
“Hoi Corina! Wat fijn om te horen. Allereerst, ik vind het ook heel leuk dat je hier bent. Welkom! Je vraagt hoe dat zo is ontstaan. Eens even kijken hoor. Laat me bij het begin beginnen. Ik ben geboren in 1937 en opgegroeid in Gouda. Ondanks dat het oorlog was had ik het goed. Mijn ouders runden een cafetaria en we hadden nergens gebrek aan. In die tijd was een cafetaria heel anders. Alles werd dagelijks vers gemaakt. Kwekkeboom kroketten, Mora frikandellen of Johma salades bestonden niet. Elke dag kookte er een andere chef en boden we een specialiteit van de dag. Zo werd er bijvoorbeeld de ene dag Indisch gekookt, dan weer Italiaans, vervolgens weer Hollandse pot, ga zo maar verder! Ik was in die tijd mega-populair bij de jeugd. Vanwege de cafetaria had ik makkelijke toegang tot rollen drop en repen chocolade en die deelde ik, tot grote verdriet van mijn ouders, naar hartelust uit. Een tik op de vingers haalde weinig uit, ik ging er gewoon mee door. Ik was wat dat betreft echt een boefie die zich niet makkelijk de les liet voorlezen…”
Ontstond daar jou liefde voor het horeca bestaan?
“Oh nee zeg. Absoluut niet zelfs. Na verloop van tijd ging het minder goed met de zaak en is mijn vader gaan varen. Hij werkte als kok aan boord van een groot schip. Ik was in die tijd behoorlijk onhandelbaar. Mijn ouders konden geen kant met me op. Op school zeiden ze tegen mijn ouders dat ze me naar het circus moesten sturen. Natuurlijk was dat een grapje, maar dat paste perfect bij grapjes die ik altijd uithaalde. Op mijn zestiende ben ik net als mijn vader gaan varen. Ik volgde een opleiding lichtmatroos. Hard werken op een schip, dat zou me wel wat serieuzer maken! Eerlijk gezegd, ik had het er goed naar mijn zin. Ik sloofde me enorm uit en liep, uiteraard, altijd geintjes uit te halen. Mijn eerste rapport kreeg ik dan ook allemaal hoge cijfers, behalve voor mijn gedrag: een 4. Maar liefst tien jaar hield ik het vol op het schip, maar daarna was het weer tijd om aan vaste wal te gaan. Natuurlijk is het eerste wat ik deed werk zoeken, maar ik wou beslist niet in de horeca. Horeca stond voor mij gelijk aan afwassen en dat zag ik niet zitten. Via via kreeg ik een baan in de kroeg. Natuurlijk was dat ook een vorm van horeca, maar ik besloot het te proberen. Ik had ook weinig keus die tijd…”
Lees verder onder de foto’s
“Het baantje in de kroeg vond ik leuk, al kleefde er ook grote nadelen aan. Ik was voor de duvel niet bang, maar ik ben en blijf natuurlijk maar een kleine opdonder. Het gebeurde meer dan eens dat mijn baas de benen nam wanneer het weer eens een potje vechten werd in de kroeg. Aan mij dan de eervolle taak om de boel te sussen, met gevaar voor eigen leven. Ik werd dat al gauw zat. Via een aantal omwegen belande ik uiteindelijk als gastheer bij hotel Florida in Boskoop. Dat bestaat nu niet meer. Daar had ik het echt goed! Ik durf ook te zeggen dat dat voor mij de plek is geweest waar mijn vlammetje voor de horeca is aangewakkerd. Ik volgde met veel plezier een restaurant/kelner opleiding. Tijdens het examen vergat ik de zout en peper, een gigantische blunder natuurlijk, maar ik wist daar zo mooi omheen te praten dat ik direct slaagde! Bij De Gouwe Dis in Waddinxveen haalde ik mijn wijndiploma en ik was megatrots op mijn ‘trosje druiven speltje’. De opleiding vinoloog heb ik niet afgerond, maar ik heb er wel een hoop van opgestoken in de zin van wijn/spijs combinaties…”
Hoe is restaurant ‘t Baarsje ontstaan?
“Mijn vlammetje voor de horeca was dus aangewakkerd. Ik slaagde erin met de finciële hulp van mijn zwager in 1983 restaurant ‘t Baarsje op te zetten. Het was mijn grote passie! Van het zilveren bestek tot de prachtige wijnen, alles koos ik met zorg uit. In de keuken werkte 17 jaar lang Gerard Schalkwijk als chefkok. Hij was echt een kanjer in wat hij deed. Samen hebben ervoor gezorgd dat ‘t Baarsje een vierde ster kreeg van de ANWB, dat was in die tijd een enorme mijlpaal! Ik stond op gelijke hoogte met De Zwethheul, De Seinpost en Savelberg! Kijk, ik heb hier nog de foto van dat moment. Mijn restaurant was mijn lust en mijn leven en ik maakte dan ook lange dagen. Het gebeurde meer dan eens dat de laatste gasten vroegen of ik nog even een glaasje met hun wou drinken en ik kwam dan ook steevast veel te laat thuis. Dit tot grote onvree van mijn toenmalige vrouw. Ik kan haar achteraf nog niet eens ongelijk geven. De horeca legt echt een grote druk op je liefdesleven…”
Lees verder na de foto’s
Maar restaurant ‘t Baarsje liep verder goed?
“‘t Baarsje liep uitstekend! Kijk, je moet niet met je armen over elkaar gaan zitten. Dan gebeurd er niks. Om even in vakjargon te blijven, ik was in die tijd enorm publiciteitsgeil. Zo werkte ik graag met thema’s. Elke maand weer een ander thema en ik zorgde dat dit overal werd verkondigd. Ook kwam ik via een vriend in aanraking met sabreren. Geweldig vond ik dat! Al gauw liet ik de gasten in mijn restaurant ook kennis maken met het sabreren. Ze mochten dan zelf aan tafel, met mijn hulp natuurlijk, hun eigen fles sabreren. Dit sloeg enorm aan! Verkocht ik eerst een paar champagneflessen per week, vanaf dat moment was de champagne niet aan te slepen! Maar liefst 23 jaar heb ik op die manier met liefde ‘t Baarsje gerund…”
Heb je nu andere hobby’s nu je niet meer zo druk bent met je restaurant?
“Haha, hobby’s! Jazeker! Maar ik mag dan geen restaurant meer hebben, ik ben nog steeds erg actief in de horeca. Zo ben ik erelid van de Euro-Toques vereniging en bezoek ik in naam van de Euro-Toques een paar keer per week verschillende restaurants. Heel vervelend, ik weet het (knipoog). Daarnaast ben ik nu sabreur aan huis. Je moest eens weten hoe vaak ik nog gevraagd wordt om ergens een flesje te sabreren. Verder ben ik ook gek op dansen! Ik heb twee jaar geleden nog een tapdans cursus gedaan. Je had me moeten zien! Ik ben altijd al gek op dansen geweest en heb zo ook mijn huidige partner Elly ontmoet. Inmiddels alweer elf jaar mijn grote liefde! Toen ik 75 werd kreeg ik van haar het mooiste cadeau ooit: een surprise party. Maandenlang is ze met het organiseren bezig geweest. Ik wist echt van niks! Al mijn vrienden en kennissen, zowel van nu als uit het verleden, stonden me op te wachten in het restaurant waar we die avond uit eten zouden gaan. Ze zongen in koor ‘Lang zal hij leven…’ en ik heb toen wel even een traantje weggepinkt.
Tot slot, waar droom je nog van?
“Niet veel! Ik ben een gelukkig mens zo. Ik heb een hartstikke leuk leven en zou niet anders willen. Neem nou dat sabreren. Ik ben een cadeautje voor mensen. Ik kom langs, sla ze tot ridder en voorzie ze van een certificaat. Leuk en gezellig om te doen! Ik ben van de straat, hun zijn blij, het leven is mooi..!
Mocht jij nu een sabreur aan huis nodig hebben, surf dan eens naar de website van Daam: www.sabreuraanhuis.nl
En ben je benieuwd naar hoe het Het Baarsje verder is gegaan?
Dat verhaal vind je hier: De Landerij