Skip to content

Syrische vluchteling Vahe Amroian: Ik mocht de versnelde koksopleiding volgen en was urenlang bezig met studeren…

Vandaag een bijzonder interview met chef de partie Vahe Amroian.
Vahe is een Syrische vluchteling en woont inmiddels drie jaar in Nederland.
Hij is een getalenteerde kok gebleken, welke ik in sterrenrestaurant Het Koetshuis* in Bennekom aantrof.
Het gemak waarmee hij Nederlands sprak verbaasde me enorm. Is deze jongen echt pas drie jaar in Nederland??
Lees hier het verhaal hoe Vahe zijn weg naar Nederland vond en een land vol chaos en onrust achter zich liet…

Hoi Vahe, leuk om je te leren kennen. Kun je mij wat vertellen over jouw jeugd in Syrië en het pad wat jou hier naartoe heeft gebracht?

“Hoi Corina! Mijn jeugd in Syrië was heel gewoon en waarschijnlijk net als vele andere kinderen. Als kind maakte ik me geen zorgen en speelde graag met mijn vrienden op straat. In Syrië is op straat spelen heel normaal. In Nederland ook wel, maar anders. Het liefst gingen we voetballen of met een hele groep lekker fietsen door de omgeving. Op school had ik veel vrienden. Ik droomde ervan om scheikunde- of natuurkundeleraar te worden. Mijn enige link met eten in die tijd was het eten wat mijn moeder maakte. Er is niemand die zo lekker kan koken als haar! Tijdens verjaardagen of andere feestdagen kwam de hele familie bij elkaar. Iedereen nam eten mee en er stond dan altijd een lange tafel vol met heerlijk eten. De mensen waren in die tijd gelukkig met hun bestaan in Syrië en religie speelde geen rol. Hoe anders zou dat later worden…”

Wat was voor jou het moment dat je weg wou gaan uit Syrië?

“De oorlog was net uitgebroken en we zagen en hoorden vreselijke dingen die de mensen werden aangedaan. In Syrië hebben we een regel dat wanneer er meer dan één man in het huishouden is, de oudste mag blijven (vaak is dat de vader) en de andere mannen het leger in moeten om te vechten. Dienstplicht dus. Mijn ouders raakten volledig in paniek en mijn broer en ik ook. Door met een geweer richting het leger van ISIS te gaan teken je eigenlijk je doodsvonnis. Aangezien we Christelijk zijn was blijven ook geen optie. Mochten we in handen van de ISIS vallen, zouden we worden gedwongen te bekeren en zouden ze alsnog afschuwelijke dingen met ons doen. Zodoende besloten we te vluchten…”

Hoe ging dat?

“We hadden al heel snel beslist dat we weg moesten en konden gelukkig ons huis verkopen. Met dat geld gingen we op pad, alleen hadden we nog geen idee waarheen. We vertrokken via Libanon naar Turkije. In Turkije kwamen we in contact met smokkelaars en we betaalden hun om ons met een klein bootje naar Griekenland te brengen. Met zes man aan boord en de smokkelaar aan het roer gingen we in de nacht op weg naar Griekenland. Plotseling werden er een hoop schijnwerpers op ons gericht en door een microfoon gesproken. Het was de Turkse marine die ons wouden oppakken, maar hun handen waren gebonden. We waren precies 50 meter over de grens op open water. Het enige wat ze konden doen was ons nakijken. Niet veel later kwamen we in Griekenland aan. Het was nog steeds pikkedonker. De smokkelaar riep ons toe welke kant we op moesten gaan en verdween weer in de nacht. Een beetje verdwaasd keken we om ons heen en toen zijn we gaan lopen, op zoek naar een politiebureau. Dat was ons vertelt, daar zouden onze papieren in orde worden gemaakt en zouden we veilig zijn…”

 

Lees verder onder de foto:

Vahe Amroian, Het Koetshuis Bennekom, Food love stories

 

Vahe Amroian, Het Koetshuis Bennekom, Food love stories

 

“Na een poos lopen vonden we het politiebureau. Onze papieren werden in orde gemaakt en we kregen een ultimatum voor ons vertrek. De tien maanden die daarop volgde zijn de zwartste periode uit mijn leven geweest. We hadden geen geld, geen schone kleding en geen dak boven ons hoofd. Dankzij de plaatselijke Katholieke kerk hadden we een slaapplaats, maar het was echt afzien. Keer op keer probeerden we weg te komen op zoek naar een beter bestaan, maar de grenzen waren hermetisch afgesloten. Onze moeder werd als eerste uit Griekenland  weggesmokkeld. Niet veel later kregen we van haar een bericht dat ze goed was aangekomen in Nederland. Dat werd op dat moment dus gelijk de plek van onze eindbestemming. Het had net zo makkelijk ergens anders kunnen zijn…”

En kon je toen makkelijk een vlucht naar Nederland boeken om je familie te herenigen?

“Nou nee, niet bepaald. Was dat maar zo. Onze tocht naar Nederland was erg spannend en dat bedoel ik niet op een leuke manier. Met bussen, treinen en te voet gingen we richting Nederland. Onderweg waren veel rovers die met geweld het laatste beetje wat je had van je af wilde pakken. De angst was dus groot. Bij de grens van Hongarije aangekomen stuitte we op een kilometers lang scheermesdraad. Dat was erg heftig. Met honden en wapens jaagde de politie van Hongarije ons op en werden we als koeien in overvolle treinen geduwd, afgevoerd en gedumpt. Maar na negen maanden bereikten we Nederland en werden we met onze moeder herenigd. In Ter Apel begon onze procedure. Na vele interviews kreeg ik een verblijfsstatus en kon ik beginnen met inburgeren. Daar snakte ik echt naar! Ik wilde de taal leren en een nieuw leven opbouwen. Mijn broer ook. Ik beet me vast in de Nederlandse taal en kreeg de tip om vrijwilligerswerk te doen, zo zou ik de taal sneller eigen worden. Ik begon dan ook als keukenhulp in een grote keuken onder leiding van Allon Cheng. Ik ben hem nog altijd dankbaar daarvoor! Hij heeft me zo ontzettend veel geleerd en heeft altijd zoveel vertrouwen in me gehad!”

Wat was dat voor keuken? En hoe vond je dat als toekomstige scheikundeleraar in wording?

“Haha, scheikundeleraar, ja, die droom liep even anders. Ik kwam erachter dat ik het geweldig vond om met mooie producten en smaken te werken. Ik had er enorm veel plezier in! Allon zag mijn passie en wou me verder helpen. Hij regelde werk voor me bij restaurant De Steenen Tafel in Arnhem. De gerechten die daar voorbij kwamen waren van een heel ander niveau en ik vond het geweldig om daaraan te mogen meewerken! Niet lang daarna kwam ik in contact met Gastvrij Talent in Arnhem. Via hun kon ik mijn koksdiploma behalen en heb ik niveau 2 afgerond. Ik mocht de versnelde opleiding volgen en dat was erg intensief. Ik was uren bezig met studeren. Het duurde natuurlijk dubbel zo lang omdat ik soms de woorden uit de boeken niet goed begreep, maar het lukte me uiteindelijk wel! Ondertussen droomde ik ervan om in een Michelinrestaurant te werken. Het liefst een Frans georiënteerde keuken. In de wandelgangen viel regelmatig de naam ‘Het Koetshuis in Bennekom’. Jeff Loekers, één van mijn grote leraren in die tijd en iemand die veel voor mij betekend heeft, heeft Het Koetshuis gebeld. Tot mijn grote vreugde mocht ik een dagje meedraaien. Die dag had ik gelijk een goede klik met de chef, Niels van Dooijeweert, en niet veel later kreeg ik te horen dat ik was aangenomen. Mijn geluk kon niet op…!”

 

Lees verder onder de foto’s

Vahe Amroian, Het Koetshuis Bennekom, Food love stories

 

Vahe Amroian, Het Koetshuis Bennekom, Food love stories

 

Vahe Amroian, Het Koetshuis Bennekom, Food love stories

 

Uiteindelijk dus lekker aan het werk bij Het Koetshuis in Bennekom. Goed bezig! Waar droom je nu nog van?

“Ik vind dat een moeilijke vraag. Als je ziet wat ik hier in Nederland heb bereikt, dan zou je denken dat dromen uit kunnen komen, maar dit was nooit mijn droom om mee te beginnen. Dat klinkt bijna ondankbaar, maar zo bedoel ik het niet. Ik heb gelukkig mijn ouders en mijn broer nog, we brengen veel tijd door samen en zijn dankbaar dat we elkaar nog hebben, maar verder ben ik iedereen die mij lief is kwijtgeraakt en kan ik nooit meer terugkeren naar mijn thuisland. Dat moet ik allemaal nog een plekje zien te geven.  Ik vind mijn baan als kok geweldig, dus in dat opzicht zou ik misschien ooit nog wel een eigen restaurant willen runnen, maar voor nu durf ik nog niet te ver vooruit te kijken. Dat deed ik in Syrië wel en kijk hoe dat plotseling veranderde. Ik kijk liever naar het nu. Ik heb een hele leuke baan, aardige collega’s en ik spreek de Nederlandse taal. Overigens, je zou mijn broer eens moeten horen praten. Hij kan goed Nederlands! Daar gaan zelfs mijn oren van klapperen. Dat zijn de dingen waar ik heel dankbaar voor ben…”